Al korten de dagen, de werktijden blijven lang


Al korten de dagen, de werktijden blijven lang
©: Chris de Gier

Voor, tijdens en na de oorlog 40-45 was het voor veel mensen in Cothen moeilijk om rond te komen. Dit kwam door de economische crisis in de periode 1930 – 1940. Veel mensen werkten in de agrarische sector; sommige in vaste dienst, de meeste als daggelder. Vaak waren ze overgeleverd aan de willekeur van hun baas.

Het gezin van een daggelder had niets te besteden. Kinderen van 12-13 jaar moesten vaak al snel gaan werken om de kost te verdienen. Zo kregen de ouders een kaas vooruit, met als gevolg dat de ouders zich verplicht voelden om hun kind een jaar voor een hongerloontje te laten werken onder slechte omstandigheden.

Het vee moest rond 5 uur uit de wei gehaald worden om gemolken te worden. Deze kinderen konden dat wel doen in weer en wind, en in de boerderij was zo’n hulpje ook welkom.

De daggelders hadden  s ’winters geen werk. Ploegen, fruit plukken, gras en koren maaien was alleen zomers en in de herfst aan de orde.

Op een dorp hadden veel mensen een volkstuintje waar aardappelen en groente geoogst werd. Mest voor het land kwam uit de gierput, een riool aansluiting was er niet. Als de kostwinner dan ook nog kwam te overlijden, was het een ramp voor het gezin. Sociale voorzieningen waren er niet. 

Wie tot een kerkgenootschap behoorden kreeg in sommige gevallen enige steun; via het Armbestuur of Diaconie, of waren op welwillende buren aangewezen. Toen onze buurman enkele maanden voor de bevrijding op 32 jarige leeftijd kwam te overlijden en de buurvrouw eind 1944 bevallen moest van haar 5e kindje, kwam zij ook in de financiële problemen.

Een boer die zeer bemiddeld was met 2 boerderijen was Armmeester en zijn taak was om bovengenoemde mensen hulp te verlenen, via het Armbestuur van de kerk. 

Na de oorlog moesten via minister Lieftink mensen aantonen dat het geld, wat zij verdiend hadden in de oorlog, legaal was, en kon men de bankbiljetten bij een bank inleveren voor nieuw geld. Aan de hand van de hoeveelheid ingeleverde oude bankbiljetten kon de belasting als nog een aanslag opleggen. De bovengenoemde Armmeester had waarschijnlijk iets te veel zwart geld en probeerde verschillende malen bij de weduwe het zwarte geld te dumpen. De weduwe werd gewaarschuwd door een manufacturier die haar adviseerde geen bankbiljetten aan te nemen, maar het karige armengeld in munten aan te nemen. 

Het Armbestuur ging zelfs een stapje verder. Het ging in conclaaf met de pastoor van Cothen en die van Werkhoven of er misschien een man voor haar zou zijn, die dan met haar zou huwen en het toen rijke Armbestuur zou ontlasten met de toelage.

Na informatie van de Weduwe bleek de aanbevolen man niet helemaal normaal te zijn, zodat het plan van het Armbestuur in duigen viel.

Maar niet getreurd in Cothen was ook wel iemand te vinden als kostwinner en nieuwe vader voor het gezin, zodat het Armbestuur uit de kosten was en de weduwe na enige tijd 4 kinderen extra had. 

Bijgaand een foto van Diaconie huisjes aan de Dorpsstraat, terwijl de RK kerk enkele panden in eigendom had zodat uit de baten de mensen in nood verzorgd konden worden, met of zonder onbaatzuchtige bestuurders. 

Gelukkig is er na de oorlog het een en ander veranderd door sociale zaken, weduwe en wezen rente werd verstrekt door de overheid en ook kinderbijslag.

Ook is het verschil in beloning later gelijk getrokken, want arbeiders b.v. uit de Kromme Rijn streek, verdienden minder voor hetzelfde werk als mensen van de Utrechtse Heuvelrug. Vaak werd gedacht dat mensen van het platte land in ’t Kromme Rijngebied zelf wel een groente tuintje hadden op hun eigen terrein. Die konden daar natuurlijk gratis hun aardappels en groenten halen. Dat daar ook voor gewerkt moest worden was niet aan de orde. 

De arbeiders klasse kregen het na de oorlog nog op een andere manier beter. Door de mechanisatie in het boerenbedrijf, mede door het Marchall plan, verdwenen de paarden en landbouw machines kwamen er voor in de plaats. Veel “boerenknechten” moesten zich omscholen, en  gingen in de bouw en elders werken. Alleen bij de fruitbedrijven hebben seizoen werkers nog extra inkomsten. Ook het vak onderwijs werd beter aangepakt. 

In de Betuwe en Bommelerwaard is er veel werk verzet door Cothenaren in de bouw, ten behoeve van de wederopbouw na de vele verwoesting als gevolge van de oorlog.

In Cothen zijn er 4 gezinnen geëmigreerd, 2 naar Canada 2 naar Zuid Afrika, enkele jonge mensen ook naar Canada en Zuid Afrika.

Voorlopig is een en ander behoorlijk veranderd in Cothen maar ook ten goede gekeerd.

                                                                                                                                             

Datering

Jaar: 1930

Colofon

Auteur: Chris de Gier

© Tekst: Chris de Gier. © Foto voorblad: Chris de Gier
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Chris de Gier)