Archeologie in het Kromme Rijn-gebied
Het Kromme Rijn-gebied, gelegen tussen Utrecht en de Utrechtse Heuvelrug, is een van de rijkste archeologische regio’s van Nederland. Door de strategische ligging langs de voormalige Romeinse grens (de Limes), de vruchtbare rivierkleigronden en de aanwezigheid van oude wegen en nederzettingen, is het gebied al duizenden jaren bewoond.
Een van de belangrijkste archeologische kenmerken van het Kromme Rijn-gebied is de Romeinse Limes, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Langs de Kromme Rijn lagen meerdere Romeinse forten (castella), zoals die bij Utrecht (Traiectum), Bunnik (Fectio), en Wijk bij Duurstede. Bij deze locaties zijn restanten van wachttorens, wegen, grafvelden en gebruiksvoorwerpen gevonden. Deze vondsten geven inzicht in het militaire en civiele leven van de Romeinen en hun interactie met de lokale bevolking, de inheemse Bataven.
Na het vertrek van de Romeinen bleef het gebied bewoond. Sporen van vroege middeleeuwse boerderijen, waterputten en nederzettingen wijzen op een continue bewoningsgeschiedenis. In Wijk bij Duurstede is het beroemde Dorestad gevonden, een internationale handelsnederzetting uit de vroege middeleeuwen. Dorestad was een belangrijk centrum in de 8e en 9e eeuw, tot het werd verwoest door Vikingaanvallen.
Vandaag de dag worden nog regelmatig opgravingen gedaan bij bouwprojecten of infrastructurele werken. Archeologen gebruiken moderne technieken zoals luchtfotografie, bodemscans en 3D-reconstructies om sporen uit het verleden zichtbaar te maken. Veel vondsten worden tentoongesteld in lokale musea, zoals het Museum Dorestad.